12-02-2007

dag 1. Maandag middag




Net op tijd.

Om een uur of drie vanmiddag, werd ik geroepen door de overkant.
In het Frans.
Het bleek
Françoise, n Canadese die overdag in de keuken werkt en me graag als celmaat wil omdat ze dan Frans met me kan praten.
Maria heeft al gezegd dat ze vanaf vrijdag naar een andere cel
gaat, omdat haar zoontje komt logeren, want kinderen onder de 3 jaar mogen regelmatig bij hun moeder logeren, dus ik kwets haar niet als ik overplaatsing ga aanvragen naar Françoises cel.

En net om 5 uur kwam er ook nog een uniform hier aan de traliedeur iets tegen me zeggen. Wat een drukte, hè?
Ik meende uit de Italiaanse geluidenstroom te begrijpen, dat ik iets moet doen. Of juist niet.
Eigenlijk heb ik er geen jota van begrepen, ondanks, werkelijk waar, de oprechte inspanningen van zowel het uniform zèlf, als van Maria.
Gelukkig heb ik sinds vanmiddag een celmaat in spé, die een taal spreekt die ik begrijp en die hier bovendien verrekte goed geïntegreerd lijkt, dus nu zit ik te wachten tot ze uit de keuken terug komt, zodat ik Françoise kan vragen waar het over gaat.

*_*_*_*_*

Okay, nou, ik weet het hoor.
Morgenochtend om 9 uur moet ik bij een onderzoeksrechter komen, hier op het complex en dan word ik verhoord. Ik moet een advocaat meenemen, of ik krijg er eentje toegewezen en Françoise zegt, dat ik er beter maar eentje kan meenemen, want het kon wel eens het enige verhoor worden in de komende 4 maanden.
Hoe da fuk vind ik een advocaat tussen nu en morgenochtend 9 uur?
Ik heb Françoise gevraagd of die van haar goed is en ze zei: "Mmjoah . . . "
Omdat een 'mjoah-advocaat' toch waarschijnlijk beter is dan een toegevoegde, heb ik gauw aan de uniformen laten weten dat ik die van Françoise wil en ze zouden ervoor zorgen.
Françoise zegt dat dat prima werkt hier, dus daar vertrouw ik maar op.

Geen opmerkingen: