Ik droom dat ik in de gevangenis zit . . . mallerd dat ik ben . . . liggend tussen kraakgesteven lakens zeker . . Ik doe m’n ogen open.
Ja zeker.! Oeps.
Bij Maria in de cel is het prima, ze is reuze aardig, maar onze conversatie is beperkt, omdat ik zo weinig Italiaans spreek. Maria zegt dat ik me wel te pletter zal vervelen als ik met niemand kan praten, maar triomfantelijk houd ik het boek omhoog dat ik uit m’n handtas heb weten mee te bietsen naar onze cel: Het maakbare brein, van Margriet Sitskoorn. Ik ga me echt niet vervelen.
Op mijn vraag wat zij graag leest, zegt ze:
“ Ik ben niet naar school geweest en ik verveel me hier te pletter.”
Langzaam, heel langzaam dringt de betekenis uit dit simpele zinnetje tot me door . . .
Deze vrouw is niet naar school geweest. Helemaal niet. Kan d’r eigen papieren niet invullen, kan niet lezen wat er staat, en vooral: kan geen boek, geen tijdschrift, niets lezen ter afleiding . .
Ik probeer me voor te stellen hoe dat zal voelen, maar ik kom niet verder dan een gevoel van eenzaamheid, en leegte. Ik wil het haar vragen, maar ja . . .
eerst even een beetje Italiaans leren . . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten