Vandaag is het zondag en de priester was hier vanochtend om de mis te doen, in de Kerk.
De Kerk is een zaaltje, waar padre Giovanni, want zo heet de priester, een beetje klungelt met ‘n bekertje waar nix in zit en iedereen zingt een liedje.
Ik ben ook een keer geweest, omdat ik nou eenmaal heb ingetekend op alle evenementen en het is vooral spannend om te zien hoe sommige vrouwen hélemaal opgaan in het ritueel.
Nu zit iedereen buiten op de binnenplaats, want het is half drie
‘s middags en de zon schijnt en het is uit de wind 16 graden en ze zingen nog ‘n deuntje met de vrouw van de kerk die d’r gitaar heeft meegenomen. Je zou zeggen: reuze vredig allemaal.
Als je het complex zou oplopen, zou je eerst door het hek in de buitenste muur moeten.
Op die muur staan wachttorens en er lopen dag en nacht gewapende bewakers over.
Dan loop je eerst langs de mannencellen. Daar zitten honderden mannen. Tussen de 400 (wat meteen eigenlijk de max is) en 700 mannen, heb ik me laten vertellen.
Dan kom je bij het vrouwengebouw. Superdubbel bewaakte deur, detectie-poortjes, nog een hek en een hal. In die hal zou je dan meteen rechts de bezoekruimte ingaan. Andere deuren in die hal gaan naar de bib en naar de cellen waar we de consul of de advocaat te spreken krijgen.
Als ze binnengelaten worden tenminste . .
Verder mogen jullie niet komen. Niemand behalve de dokter en sommige kinderen onder de drie jaar. En wij natuurlijk.
Rechtuit een hek door en dan door een lange gang, kom je bij de dokter, de isoleercellen en de cel voor moeders met kinderen.
En rechtsaf een hek door, de trap op en boven nog ’n hek door, zijn we op de 1e etage. Hier zijn onze cellen.
Het zaaltje van de kerk is ook op de eerste etage. Eén hek voordat je onze gang op kan.
Dat is verder dan wie dan ook mag komen. Niet de advocaat, niet de consul, niemand mag de trap opkomen.
De kerk mag dus het verste komen van iedereen.
Ik beschrijf dit zo uitgebreid, omdat ik aan wil geven, dat de kerk een beetje kan controleren hoe of het er hier aan toe gaat. De priester loopt ook zo nu en dan, wanneer hij de kans krijgt, langs onze cellen, zogenaamd om op te roepen tot gebed, maar volgens mij om te checken, want er is verder geen enkele controle hier.
Afgezien van het feit dat de meeste gedetineerden op deze afdeling analfabeet zijn, zou alleen een echte schrijver de verrotte sfeer en de psychische terreur kunnen beschrijven, die hier regeren.
Wat wij naar buiten brengen gelooft toch geen hond.
Dus blijft niet anders over dan te vertrouwen op de controle door de afgezant van god.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten