13-03-2007
Cel 13: Ho Ling
In cel nummer 13, waar ik de eerste 2 dagen bij Maria zat, zit nu ‘n Chinese.
Ze heet Ho Ling en ik denk dat ze zichzelf uithongert, want mevrouw Ho Ling heeft het lichaam van een meisje van 10 maar is 41 en heeft een volwassen dochter.
Ho Ling roept me steeds.
“Flancia . . Flancia . .!”
De meeste vrouwen worden genoemd naar het land waar ze vandaan komen, omdat we de naam vaak niet kunnen uitspreken, of in ieder geval allang weer vergeten zijn. En omdat ik Frans praat met Anandé, denken sommigen dat ik Française ben. Francia is Italiaans voor Frankrijk.
“Flancia . . Flancia . .!”
Het begint me een beetje te vervelen, want ik snap toch niet wat ze zegt. Ik snap de Italianen al niet, als ze Italiaans praten, laat staan als een Chinese Italiaans tegen me te plaat.
Er zitten hier 3 Chinese vrouwen, ik denk zonder papieren, of uit de naai-ateliers geplukt, of gewoon omdat iemand ze iets vroeg dat ze niet begrepen . . .
Die zitten alle drie ook op Italiaanse les.
Zitten we keurig aan lessenaartjes en de lerares probeert ons een Italiaanse R te laten zeggen. Dat lukt mij niet en de arme chinezen hóren ‘t dus niet eens. Hun oren doen ‘t wel, dus harder roepen helpt niet, maar hun hersens herkennen ‘t geluid niet, net zo min als mijn brein de stem-buigingen in het chinees herkent.
De lerares: “bRava !”
De 3 chinezen in koor: “Blama !”
De lerares: “No, no. no. no, . . . . bRàvà !”
“Blàmà !” klinkt het uit 3 Chinese keeltjes . . .
Ik probeer serieus te blijven.
De lerares nu, luider en ‘n beetje boos:
“BRA-VA ! “.
“BLÃ – MA !” doen ze dapper
Je kan me òpvegen. . . .
Gelukkig word ik niet helemaal serieus genomen. Je zou me moeten zién joh: ‘n gekregen joggingbroek, plastic slippertjes met gebreide sokken, een geleend T-shirt en een geleend jackie.
In m’n koffer zat geen kleding, dus ik heb alleen de broek, het shirt en de jas die ik droeg.
En dat zal nog wel even zo blijven, want ik mag alleen spullen ontvangen die mijn familie meeneemt als ze op bezoek komt. Nou, m’n moeder en m’n geadopteerde vader zijn 85, dus die ga ik niet vragen om langs te komen om ‘n paar shirtjes te brengen.
Als ik de advocaten-shit op orde heb kan die misschien regelen dat er ‘n vrijwilliger namens de ambassade gaat komen. En met die vrijwilliger kan ik misschien regelen dat jullie wat kleren van mij naar zijn huisadres sturen en dat hij dat dan meeneemt hiernaartoe. Want die vrijwilliger schijnt dan wèl dingen af te mogen geven voor me en jullie niet. Tja . . .
Maar dat gaat allemaal wel een paar maanden duren, dus dat gaan we nog uitvoerig schriftelijk bespreken. Maakt niet uit hoor. In Thailand heb ik maandenlang in alleen een geknoopte vissersbroek geleefd, dus dit wat ik hier heb, is nog véél.
Verder kom ik hier nix tekort. Ik kan wekelijks fruit kopen. Veel fruit. En koffie, melk, douchespul, nagellak, zelfs haarverf . . .
O jee, daar is Ho Ling weer: “Flancia, Flancia. Anna !”
-*-*-*-
Jaaaah, dat gelòòf je dus niet.
We hebben laatst desinfectiespul uitgereikt gekregen, verdund. In ‘n plastic waterfles !
Ho Ling heeft zich vergist en een ferme slok uit de verkeerde fles genomen! Paniek : “Flancia, Flancia, Anna, Agente !!.” Agente is Italiaans voor bewaker.
Uniform d’rbij.
”Nix aan de hand,” zegt het uniform, “dat spul is uiteraard zelfmoordpoging-bestendig verdund, dus je zal vannacht hooguit ‘n beetje aan de race zijn.”
Ik ga Ho Ling ‘n kiwi geven. Voor de smaak.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
hylarisch!ik zat te snikken van het lachen flancis!
klaproos ! wat leuk...
herkenbaar, hè ?
mn e-mail-adres is annabtec@gmail.com
toppie klaproos kuss
Een reactie posten