08-04-2007

dag 56 bis. Paaszondag-avond





Paasmis, eerste paasdag

Ik had toch per ongeluk met de zangclub van de kerk mee gehallelujaad toen ze gingen oefenen voor de paasmis, weet je nog? 
Nou wil ik wel weten waar die hele toestand voor was en daarom ben ik mee gelopen naar de kerk. De eerste paasmis in m’n leven en wàt een goeie zet om mee te gaan. Ik vertel jullie:

De kerk is een klein zaaltje op de etage, net buiten het voorste hek in de gang
.
Je komt achterin binnen en vòòrin staat een tafel die vermoedelijk als altaar dienst doet, met een kleedje erop en daarop vijf grote kunstkaarsen.
Aan de muren hangen heel veel kruisen met Jezus Christus d’r op gebonden, gespijkerd en genageld, zwaar bloedend uit grote wonden, in een staat die duidelijk nog slechter is dan de onze.
Flink luguber allemaal.
Aan iedere kant van het gangpad staan 6 kerkbanken waar je met z’n vijven op past, maar met z’n vieren zit lekkerder en op die kerkbanken liggen papiertjes met daarop geprint de complete mis, woord voor woord, in het Italiaans, inclusief de songteksten.

Bij het altaar staat Padre Giovanni ons al op te wachten. 

De padre is er èèn zoals je ze kent uit ‘de naam van de roos’, in een bruine pij met sandalen en hij zal ook wel van een niet-eet-orde zijn, want hij is broodmager.
Hij had ons ter voorbereiding afgelopen donderdag allemaal een paasbrood van ruim een halve kilo laten brengen met een kaartje d’rbij: ‘een gezegend pasen wens ik je toe. P. Giovanni.’
Mierzoet, tot nu toe heb ik er iedere dag van ontbeten en er is nog over. 

Op de verpakking staat als uiterste houdbaarheidsdatum 4 augustus 2008. 
Maar dit terzijde.


We zijn allemaal flink uitgelaten omdat we bij elkaar op bezoek waren, de meesten van ons hebben een ¼ liter wijn in haar mik en Irina, Xena en ik strijken rechts op de derde bank van voren neer.


Verdeeld over de twee banken voor ons zit de voltallige zigeunergemeenschap. De meesten in lange jurken, inclusief de gezusters van de overkant en de ongekroonde koningin Maria met 5 gouden tanden uit cel 3. En ook nog ‘n paar jonge zigeunerinnen in dure merk-spijkerbroeken.
En dààrvoor, ter hoogte van de eerwaarde zèlf, zit Anandé misdienaar te wezen.


Achter ons zit China, inmiddels 4 vrouw sterk, die sinds ze met z’n allen in één grote cel zitten, hun draai wel gevonden lijken te hebben. Ze verstaan geen woord en wij hun niet, maar dat lijkt echt niemand te deren, dus okay.


Ter linker zijde, rechts voor de padre dus, zit Zuid-Amerika (Peru, Argentinië, Bolivia, Dominicaanse Republiek, Columbia en nog veel meer) verdeeld over 6 banken met hier en daar een dotje Italië of 'n los plukje Oostblok. De meesten met volle overgave.

De Padre begint met zich te verontschuldigen dat de vrouw met de gitaar er niet bij is, maar ze werd vandaag niet binnengelaten. 
Dit machtsvertoon gebeurt regelmatig, ze laten de padre zèlf ook wel ‘s buiten staan. Dat dòè je in Italië niet, de kerk buiten laten staan, dus als je ‘t dan tòch doet, wauw, dan moet je toch wel sterruk wezeuhhh . . . Maar dit terzijde.
Na deze verontschuldiging vervolgt de Padre met gedragen stem: “Zo zie je maar, dat ook wij soms moeten lijden, hoewel dit lijden natuurlijk niets is vergeleken met jullie lijden, ik denk hierbij met name aan degenen onder jullie die man en kinderen nu node missen . . . “
Het begint lekker te snotteren allemaal . . .
"en wier kinderen deze pasen zonder hun mammie moeten vieren . . . ." doet de padre er nog een schepje bovenop.
Zelfs de cynische groep zigeuners houdt het nu niet meer droog.

China heeft geen woord begrepen en snottert dus niet. Ik merk dat achter me de aandacht al aan het wegebben is en dat ze zachtjes onderling beginnen te kwetteren met hun snelle hoge stemmetjes.

De padre zet het eerste paaslied in en alle aanwezigen vallen hem bij.
Maar zonder de gitaar is het een verloren zaak: iedereen zingt een andere melodie, in een andere toonsoort en houdt dat vol tot het lied is afgelopen.
Er gaat ‘n zucht van verlichting door de goegemeente: Oefff, dàt was vals !
De Padre doet weer een beetje paasvertelling voorlezen en zet een nieuw lied in. Ik houd m’n hart vast en ja hoor: nog erger dan de eerste keer.
Een paar zigeuners en  Xena en ik beginnen een lachkick van de eerste orde te ontwikkelen en zingen en lachen is op zich al lachwekkend, kortom, we stikken zowat.
China krijgt de smaak te pakken en galmt nu uit 4 hoge keeltjes iets chinees mee en de padre verlost ons uit ons lijden door na het 4e couplet het lied voortijdig te beëindigen.
Een van de zigeunerinnen met gevoel voor timing roept op dat moment “Bravo !” en mij kun je tussen de kerkbanken snikkend opvegen. 
Irina denkt dat ik huil en begint me te troosten en China vraagt: “Flancia, Flancia ?”

Gelukkig staat er in het programma, dat het tijd is voor hosties en iedereen gaat een hostie bij P. Giovanni halen.
Zuid Amerika is zeer devoot en knielt met open snaveltjes. 
De zigeuners hadden besloten om mee te doen, dus doen ze ook mee met eten, hoewel ze klagend weer terug in de bank komen met de mededeling dat het naar niks smaakt. 
Ook China is geïnspireerd aangeschoven in de hostie-ceremonie en komt nu mopperend weer de bank achter ons ingeschoven. Ze zijn duidelijk ook niet tevreden over de kwaliteit van het eten en een discussie ontstaat tussen de groep achter ons en die vòòr ons over de snikkende hoofden van Irina, Xena en mij heen en Padre Giovanni, nu met een vage glimlach, ziet duidelijk maar één manier om de meute weer enigszins sereen te krijgen: 
Een Lied.

Wàt een paasfeest is dit zèg !
.

Geen opmerkingen: